Als het kriebelt bij de leercoach...

Als het kriebelt bij de leercoach...

Op het erf van ondernemende leercoach Sofie Verhoeven (44) kunnen kinderen een onvergetelijke boerderij-ervaring beleven. ‘Ferme Fie’, dat zijn heerlijke woensdagnamiddagen tussen de dieren, themaverjaardagen en boerderijkampen. Een druk gezinsleven hield Sofie niet tegen om haar ‘caoutchouc botten’ aan te trekken en er voluit voor te gaan. Hoe een inspirerend zeebriesje haar businessidee in volle coronatijd leven inblies, vertelt ze met een lieflijk stel babykonijntjes op de schoot en een vrolijke bende dierenvrienden op de achtergrond. Want ook vandaag is het gezellig druk op de boerderij.

      

Hoe is dit allemaal begonnen?

“In de zomer van 2020 – volle coronatijd – zat ik zoals elke zomer aan mijn strandcabine in Nieuwpoort. Na 22 jaar lesgeven, dacht ik: het is misschien wel eens tijd om iets nieuws te proberen. Ik begeleid sinds jaar en dag Mini-ondernemingen in het 6de jaar ‘Ondernemen en Marketing’ bij ons op school. Waarom zou ik het niet zélf eens proberen? Het is altijd al mijn droom geweest om iets op te starten. En het is ook iets dat ik tegen mijn leerlingen regelmatig zeg: ge moet uw dromen najagen! Omdat kinderfeestjes tijdens de lockdown niet meer georganiseerd konden worden, vond ik dat ik daarop een antwoord kon bieden met een concept van ‘buitenfeestjes’.”

“Na die ingeving ben ik onmiddellijk gestart met een kleinschalig marktonderzoek. Mijn doelpubliek – jonge ouders – vond ik bij oud-leerlingen met kleine kinderen met wie ik nog in contact stond via Messenger. Zij gaven mij de bevestiging die ik zocht. Na een geslaagd proef-kinderfeestje voor één van die oud-leerlingen is de bal plots serieus aan het rollen gegaan. De aanvragen stroomden binnen. Hoewel ik aanvankelijk wilde wachten met starten tot na corona, voelde ik dat mijn moment daar was. In januari 2021 ben ik naar het ondernemingsloket gestapt en heb ik officieel mijn ondernemingsnummer aangevraagd.”

Je coacht miniondernemers. Is de ondernemerskriebel zo binnengeslopen?

“De zin om te ondernemen zat al in mij als kind. Toen ik zes was verkocht ik aardappelen en eieren op de boerderij van mijn nonkel. Verkopen, het contact met de klanten … dat vond ik heel plezant. Ik heb dat lang gedaan en ben uiteindelijk economie gaan studeren. Maar met een man als zelfstandige ondernemer heb ik na mijn studies toch maar voor het onderwijs gekozen. Dat gaf stabiliteit en zekerheid. Nu steunt mijn man me in mijn zelfstandige stappen, maar ik denk niet dat hij had gedacht dat het zo succesvol zou uitdraaien.”

Het zaadje zat dus al langer klaar, maar corona heeft het uiteindelijk ‘geboost’?

“Absoluut. Eerst denk je: een zaak starten in corona-tijd, dat kan ik toch niet maken? Maar waarom eigenlijk niet?! Die buitenfeestjes blijken een voortdurend succes. Nu het allemaal wat beter gaat met de besmettingen, speelt hier op de boerderij zich nóg alles buiten af. Kinderen genieten van de buitenlucht. En als het regent of koud is, zetten ze zich onder de tent of doen ze een jas aan. Vandaar ook het succes van de formule. Ouders besteden de last van kinderen in eigen huis of tuin uit, én weten zeker dat het feestje kan doorgaan omdat het corona-proof is. Verder kunnen ze erop rekenen dat hun kinderen in gezonde buitenlucht vertoeven en dat ze een gezellige tijd met hun vriendjes hebben, ver weg van schermpjes. Win-win, toch?”

Welke aspecten van ondernemerschap vind je een uitdaging en welke geven energie?

“Energie, dat krijg ik van het organiseren. Helemaal mijn ding! Alles uitzoeken, uitdokteren … top! Maar alles wat met social media te maken heeft, dat is minder aan mij besteed. Insta-stories posten, mijn bedrijfje online in de markt zetten, dat vind ik écht moeilijk. En in deze tijd is dat een job op zich. Ik zie mezelf daarvoor nog wel iemand onder de arm nemen (misschien één van mijn oud-leerlingen), of een cursus volgen. Ik deel af en toe wel eens iets op sociale media en ik krijg dan best veel likes, maar eigenlijk moet je daar als ondernemer quasi dagelijks mee bezig zijn. Periodes dat er minder kampjes of feestjes zijn, dat zijn periodes die ook ‘media-stil’ zijn. En dat kan beter, weet ik.”

Hoe maak jij reclame? Gebeurt dat uitsluitend mond-tot-mond?

“Ik maak inderdaad weinig reclame. Ik heb een website en zit op facebook en Instagram, maar de meeste klanten komen via-via. Het zijn vooral de kinderen die reclame maken. Kinderen die te gast zijn op een Ferme Fie-feestje zijn meestal heel enthousiast, met als gevolg dat zij hún feestje óók op de boerderij willen geven. Mijn man waarschuwt altijd voor een terugval, maar die heb ik voorlopig nog niet gehad. Ook naar de kampen blijven kinderen terugkomen. Ik moet mijn best doen om ook nieuwe kinderen de kans te geven zich in te schrijven, want de plekjes zijn gegeerd en dus ook snel volzet.”

      

Je hebt een specifieke huisstijl. Hoe is die ontstaan?

"Die aandacht voor huisstijl komt voort uit de Mini-ondernemingen. Ik vond het belangrijk om een soort uithangbord te creëren voor voorbijgangers en dat is uiteindelijk een banner geworden, met de kleuren en het lettertype van Ferme Fie. Daarnaast loopt iedereen die helpt in een appelgroene polo of hoodie met bedrukking rond. Ook in mijn mails trek ik die huisstijl door en eindig ik steevast met mijn logo.”

De naam ‘Ferme Fie’ trekt onmiddelijk de aandacht. Hoe ben je daar opgekomen?

“Die naam heeft twee betekenissen en dat is mij achteraf pas opgevallen. ‘Ferme’ is Frans voor boerderij en ‘Fie’ is mijn bijnaam. Ik vond de twee samen mooi klinken. Maar ondertussen roepen kleine kinderen op straat of in de supermarkt mij na met ‘Ferme Fie’! Die moeders draaien zich dan verbaasd om. Heel grappig!”

Je geeft naast ‘Ferme Fie’ nog les en hebt een druk gezinsleven. Is dat combineerbaar?

“In coronatijden was die combinatie heel goed te doen, want mijn sociaal leven stond op een laag pitje. Ondertussen moet ik toegeven dat het wel een evenwichtsoefening is geworden. Ik moet heel veel plannen en slaap weinig, maar de combinatie lesgeven en ondernemen is superinteressant. Ik begeleid elk jaar twee tot drie miniondernemingen en die hebben veel baat bij mijn tips uit de echte praktijk. Ik was altijd al een leerkracht die ondernemerschap hard stimuleerde bij de leerlingen, maar als zelfstandige in bijberoep kan ik het nóg steviger in mijn schoenen brengen. Na al die jaren heb ik toch al heel wat leerlingen in mijn klas gehad die zichzelf nu succesvol ondernemer kunnen noemen. Ik ben daar trots op. Op dit moment voel ik me dus nog niet klaar om het onderwijs los te laten. Ik plan mijn kampen en feestjes ook in naar wat mijn agenda toelaat. Ik krijg nu al aanvragen voor feestjes in 2023 en dat is wel even opletten. Ver vooruit plannen vind ik soms wat beangstigend. Al mijn engagementen communiceer ik steeds met de clausule ‘onder voorbehoud’.”

Wat met de toekomst? Heb je nog ambities?

“Moeilijke vraag! Ik denk dat ik het lesgeven niet ga kunnen loslaten. Ik zou het wel fantastisch vinden moest de combinatie lesgeven-ondernemen haalbaar blijven. En als ik mijn kinderen binnen een jaar of tien mee in het ‘Ferme Fie’-verhaal kan betrekken, dan zou dat helemaal geweldig zijn. Dé ultieme droom is misschien wel een uitbreiding van mijn concept naar ‘logeren op de boerderij’ (in tiny houses of pipowagens). En het organiseren van bruiloften, babyshowers en communiefeesten, dat is ook nog een piste. Maar momenteel houd ik het bewust kleinschalig.”

Welke tips zou jij geven aan wie dit leest en stilletjes van een eigen zaak droomt?

“Heb zelfvertrouwen en durf, giet alles in een businessplan voor je start én verdiep je – ook al is een attest bedrijfsbeheer niet meer nodig – in het financiële! Aandacht besteden aan je prijszetting is een must, maar niet gemakkelijk. Ik ben nogal laag in prijs gestart, waardoor de kosten die ik maakte toch wel doorwogen. Uiteindelijk is niet al het geld dat binnenkomt winst, hè! Er zijn leveranciers die moeten betaald worden, de belastingen zijn niet min … Daarnaast is het ook heel nuttig eerst je markt te onderzoeken. Hoe zit het met concurrenten en hoe ga je je onderscheiden op de markt? Als je dat allemaal hebt onderzocht en op papier hebt, komt het echt aan op doorzetten. Een onderneming bouw je tenslotte niet in een maand tijd op.”

Naar de website van Fie