10 tips voor meer eigenaarschap bij je leerlingen

10 tips voor meer eigenaarschap bij je leerlingen

Je zit uren te verbeteren, feedback te geven, uit te leggen maar uiteindelijk zie je toch dezelfde vragen en fouten terugkomen bij je leerlingen. Het lijkt wel of de zaken niet doordringen. Frustrerend! Hoog tijd om het zweet op de juiste rug te zetten en het eigenaarschap in handen van je leerlingen te leggen.

Hoezo, eigenaarschap?

Eigenaarschap komt neer op het voelen en nemen van verantwoordelijkheid. De idee is dat leerlingen dingen doen omdat ze dit zelf willen (intrinsieke motivatie) en niet omdat ze dit moeten vanuit de druk van het schoolse puntensysteem of om goed over te komen bij de leerkracht (extrinsieke motivatie).

Volgens de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan kan je de intrinsieke motivatie vergroten door te voldoen aan 3 menselijke behoeftes, namelijk: autonomie, betrokkenheid en competentie. Worden deze behoeftes ingelost, dan krijg je meer intrinsieke motivatie en zullen leerlingen bijvoorbeeld eerst zelf op zoek gaan naar de oplossing voor een probleem alvorens het aan de leerkracht te vragen.

Het gevolg is niet alleen dat leerlingen die een sterk gevoel van eigenaarschap ervaren betere schoolresultaten behalen en een duurzame studiehouding ontwikkelen op lange termijn, ook voor leerkrachten zorgt deze benadering voor meer ademruimte zowel binnen als buiten het lesgebeuren. Leerlingen die meer eigenaarschap ervaren zullen in staat zijn om plichtsbewust bepaalde taken van de leerkracht zelf uit te voeren, zoals bijvoorbeeld het verbeteren van een eigen taak of die van medeleerlingen.

Aan de slag!

Het spreekt voor zich dat het initiëren van eigenaarschap niet werkt als een plotse en bruuske ommekeer in jouw leswijze. Met deze 10 tips* kan je, in functie van jouw eigen school- en klascontext en de individuele eigenschappen van jouw leerlingen, stap voor stap eigenaarschap stimuleren.

  1. Laat leerlingen zelf keuzes maken: als een leerling mee mag bepalen waar hij aan werkt in de komende periode, zal hij meer gemotiveerd zijn om het bijbehorende doel te bereiken en zich meer verantwoordelijk voelen voor de taak.
  2. Zorg voor betekenisvol onderwijs: onderwijs dat betekenis heeft voor de leerling, zorgt voor hogere betrokkenheid. Als een leerling zich interesseert voor een bepaald onderwerp zal hij meer gemotiveerd zijn om zijn taak uit te voeren.
  3. Maak leren zichtbaar: je kunt een leerling meer verantwoordelijkheid voor zijn ontwikkeling laten ervaren, wanneer je zichtbaar maakt wat hij heeft geleerd, waar het geleerde een onderdeel van is en wat de volgende stap kan zijn.
  4. Laat leerlingen (met jouw hulp) zelf hun doelen bepalen: leerlingen die werken aan eigen doelen, zullen zich meer eigenaar voelen van het proces dat doorlopen moet worden om dat doel te bereiken. In het woord eigenaarschap zit toch niet voor niets het woord eigen?
  5. Creëer verantwoordelijkheid: verantwoordelijkheid creëert betrokkenheid. Leerlingen die weten dat het bereiken van het doel afhangt van hun eigen inzet, zullen zich meer verantwoordelijk voelen voor hun taak. Op het moment dat leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor hun taak, zullen ze er vervolgens beter hun best voor doen.
  6. Ben je bewust van je eigen rol als leraar: goed voorbeeld doet goed volgen. Als je als leraar uitstraalt dat je kunt leren van je fouten en invloed hebt op wat je leert en hoe je leert, kan een leerling dit gedrag van je overnemen.
  7. Zorg voor krachtige zelfevaluatie: een leerling die zijn eigen leerproces evalueert, leert wat hij de volgende keer anders kan doen. Ook dit vergroot het gevoel van eigenaarschap van de leerling.
  8. Stel gezamenlijke regels op: regels die opgelegd worden door de leraar, voelen niet ‘eigen’. Regels en afspraken die samen met de leerlingen worden opgesteld, zullen eerder worden nageleefd.
  9. Geef feedback: feedback op het proces laat leerlingen ervaren dat ze invloed hebben op het proces én dat ze kunnen leren van eerdere ervaringen en fouten. Wanneer een leerling zegt dat hij iets niet kan, geef je hem feedback met het woordje ‘nog’. Laat de leerling de zin herhalen met de toevoeging van dit woord, namelijk: “ik kan dit nog niet”. Wanneer je namelijk echt iets wilt bereiken en hier veel voor oefent, is alles te leren.
  10. Heb oog voor kleine dingen: moedig een leerling aan die initiatief neemt of die iets van thuis meeneemt omdat dat past bij het onderwerp of thema!  Het waarderen van het initiatief stimuleert het eigenaarschap van de leerling en zorgt voor een betere relatie tussen leerling en leraar. De leerling voelt zich gehoord en gezien.

 

Liever wat hulp?

Schrijf je in voor onze trajecten “Ondernemende leer-KRACHT” en we bekijken samen met jou hoe we het eigenaarschap van jouw leerlingen kunnen vergroten.

*Deze tips zijn geïnspireerd op het onderzoek van: Zimmerman (1990), Duckworth (2009), Marzano (2010), Dweck (2011) en Marino (2011). Referentie. Onderwijsmaakjesamen.nl