Leercoach in de kijker | Drie richtingen, één onderneming: samenwerken in het echt
4 dagen geleden in Getuigenissen
Voor Annelies Dhollander, leerkracht wetenschappen in de richting Biotechnologische Chemische Technieken (BCT), was het meteen duidelijk: de Mini-onderneming is geen extraatje, maar een krachtige hefboom om leerdoelen te realiseren. Samen met collega’s uit bedrijfsorganisatie en taal & communicatie begeleidde ze een groep van twintig leerlingen uit drie verschillende richtingen. “We hebben bewust gekozen voor een vakoverschrijdende aanpak. In een echt bedrijf werk je ook niet enkel met mensen uit je eigen vakgebied. Die samenwerking tussen productie, communicatie en organisatie wilden we nabootsen.”
Een project dat leerdoelen tastbaar maakt
Wat Annelies bijzonder waardeert aan het Mini-project, is hoe het inspeelt op de leerdoelen die voor alle dubbele finaliteit-richtingen gelden. “Of je nu in BCT, gezondheidszorg of economie zit, de beroepskwalificaties vragen allemaal om dezelfde kerncompetenties: teamgericht werken, doelgericht communiceren, kwaliteitsbewust handelen, interne procedures volgen, plannen en organiseren… Die doelen vormen de basis van wat leerlingen op stage moeten kunnen toepassen.”
Net daar wringt het soms, merkt ze op. “In een stagecontext is het niet altijd evident om die vaardigheden expliciet te trainen. Zeker in mijn richting, waar de focus vaak ligt op technische labo-opdrachten, blijven die bredere competenties soms onder de radar. De Mini-onderneming biedt daar een waardevol alternatief. Leerlingen worden uitgedaagd om samen te werken, afspraken te maken, stappenplannen op te stellen en kwaliteitscontroles uit te voeren — allemaal in een context die hen voorbereidt op het echte werkveld.”
“ Sommigen namen voor het eerst het woord in een groep. Leerlingen die in de klas eerder stil zijn, ontpopten zich tot woordvoerders van hun team. Dat gebeurde spontaan, zonder dat wij als leerkrachten moesten ingrijpen. Dat is het mooiste: zien hoe ze openbloeien. ”
Waarom ook als wetenschapsleerkracht kiezen voor Mini?
Voor leerkrachten uit niet-economische richtingen is het niet altijd vanzelfsprekend om met Mini-ondernemingen aan de slag te gaan. Toch ziet Annelies Dhollander net daar een grote meerwaarde. “De leerdoelen rond samenwerking, communicatie en organisatie zijn voor alle dubbele finaliteit-richtingen dezelfde. Dus ook voor BCT-leerlingen is het belangrijk dat ze die competenties ontwikkelen.”
“ In een Mini worden leerlingen echt uitgedaagd om te functioneren als een team binnen een bedrijf. Ze moeten overleggen, afstemmen, plannen en communiceren met andere profielen. Dat is iets wat je in een gewone klascontext zelden zo intensief ziet gebeuren. ”
Drie richtingen, één onderneming: samenwerken over grenzen heen
Het Mini-project bij Stamina bracht twintig leerlingen uit drie verschillende richtingen samen. Een boeiende, maar ook uitdagende combinatie. “We merkten al snel dat je leerlingen uit verschillende klassen niet zomaar kan samenbrengen. Ze kennen elkaar niet, hebben andere gewoontes en spreken soms letterlijk een andere taal.” Dat zorgde voor wrijving, maar ook voor groei. “In het begin was het zoeken naar structuur en samenwerking. Maar net zoals in een echt bedrijf moesten ze leren omgaan met verschillen. Marketing en productie moeten ook in het bedrijfsleven op elkaar afgestemd worden. Die realiteit hebben we hier nagebootst.”
De samenwerking tussen leerlingen uit verschillende richtingen bracht verrassende inzichten met zich mee. “Mijn BCT-leerlingen moesten uitleggen hoe ze in het labo een coating hadden aangebracht op een laptophoes. Voor hen was dat vanzelfsprekend, maar voor de leerlingen uit economie of communicatie was dat helemaal nieuw. Ze moesten hun taalgebruik aanpassen en leerden zo écht communiceren.”
Ook op andere vlakken ontstond er verwondering. “Voor de ene leerling is het logisch om een bankrekening te openen of bonnetjes bij te houden, voor de andere is dat compleet nieuw. Die verschillen zorgen voor leermomenten, maar ook voor een mooie dynamiek. Je ziet hoe ze elkaar aanvullen en samen sterker worden.”
Leerlingen die ontroeren
Wat Annelies het meest raakte, was de persoonlijke groei van haar leerlingen. “Sommigen namen voor het eerst het woord in een groep. Leerlingen die in de klas eerder op de achtergrond blijven, ontpopten zich tot echte trekkers binnen hun team. Ze leerden hun stem gebruiken, afspraken maken en verantwoordelijkheid opnemen.”
Die evolutie gebeurde vaak spontaan. “We hebben als leerkrachten weinig moeten ingrijpen. De leerlingen voelden zelf aan dat ze elkaar nodig hadden om verder te kunnen. Dat was prachtig om te zien.”
Ook de samenwerking tussen de leerkrachten kreeg een nieuwe dimensie. “We leerden elkaar op een andere manier kennen. Elk met onze eigen focus en expertise, maar met één gemeenschappelijk doel. Het was intens, maar ook ontzettend verrijkend.”
Praktische tips voor wie vakoverschrijdend wil starten
Voor Annelies en haar collega’s begon het succes van hun Mini-onderneming al bij de voorbereiding. “We hebben vóór september beslist om dit project samen aan te pakken. In het uurrooster vroegen we een vast moment waarop de drie groepen — wetenschappen, bedrijfsorganisatie en taal & communicatie — twee uur samen les konden krijgen. Dat gaf ons de ruimte om kernvergaderingen te organiseren en écht vakoverschrijdend te werken.”
Die gezamenlijke lesmomenten bleken een schot in de roos. “Je werkt aan leerdoelen die perfect aansluiten bij wat leerlingen later op stage nodig hebben. Denk aan overleg, planning, communicatie… Het is dus geen verloren tijd, integendeel: het is een win-win.”
Toch liep niet alles van een leien dakje. “We lieten de tijdlijn van het project volledig door de leerlingen opstellen, maar dat bleek lastig. De verkoop kwam daardoor traag op gang. Volgend jaar voorzien we als leerkrachtenteam vooraf een duidelijke structuur.” Ook de taakverdeling in de grote groep was een uitdaging. “We schakelen volgend jaar afdelingsverantwoordelijken in per domein, zodat opvolging en aanspreekbaarheid beter verlopen.
Ondanks de intensiteit viel de werkdruk goed mee. “We hebben vooral tijdens de lesuren gewerkt, in blokken van twee uur. Omdat het product gelinkt was aan mijn vak, kon ik ook labo- en STEM-doelen integreren. Denk aan verhoudingen berekenen, testen uitvoeren, kosten-batenanalyses maken… Alles zat erin.”
“ “Voor richtingen zoals BCT, waar sommige doelen moeilijk te realiseren zijn, is dit project echt een uitkomst. ”
Vlajo als onmisbare partner
Voor Annelies is het duidelijk: zonder Vlajo zou dit project simpelweg niet mogelijk zijn. “De structuur, de tools, de begeleiding… alles wat Vlajo aanbiedt, is essentieel. Het platform, de sterren, de opvolging, de wedstrijd, de webmarkt — dat alles tilt het project naar een niveau dat je als school alleen nooit zou kunnen bereiken.”
Wat haar vooral opvalt, is de manier waarop Vlajo het project verankert in de realiteit. “Dankzij de externe insteek blijft het niet binnen de schoolmuren. Leerlingen zien andere teams, krijgen feedback, en voelen dat hun werk ertoe doet. Dat motiveert enorm.”
Ook de persoonlijke ondersteuning van de regionale coördinator maakte voor Annelies een groot verschil. “Als beginnende coach had ik echt nood aan een klankbord. Iemand die langskomt, luistert naar de leerlingen, meedenkt… Dat geeft vertrouwen. Die nabijheid en betrokkenheid zijn van onschatbare waarde.”
“ Het vraagt energie, maar het is een ongelooflijk waardevolle ervaring — voor mij als leerkracht én voor mijn leerlingen. ”
Wie is Annelies?
Annelies is leerkracht wetenschappen aan Stamina Brugge en begeleidde afgelopen schooljaar samen met haar collega’s een vakoverschrijdende Mini-onderneming. Dit was de eerste keer dat ze dit deden, maar zeker niet de laatste.
💬 Wil jij net als Annelies en haar collega's moeilijkere leerdoelen realiseren in een realistische context?
Met Mini-onderneming krijg je ondersteuning, structuur en vooral: veel leerplezier.
👉 Alle info vind je op deze pagina
4 dagen geleden in Getuigenissen
Gerelateerde getuigenissen
Meer verhalen van mensen met Vlajo-ervaring!
